Press "Enter" to skip to content

Verloren Zijn & Gevonden Worden

Lucas 15 begint met het vertellen wie er allemaal bij elkaar aanwezig zijn. Tollenaar en zondaars. Ook de Farizeeën en Schriftgeleerden waren er, en zij spraken er dan weer schande van dat Jezus aan het eten was met die tollenaars en zondaars. Jezus hoorde dit of waarschijnlijk wist Hij wat ze dachten. Ik zie zo’n situatie dan voor me. Dat Hij handenwrijvend op staat. De menigte tot stilte maant en dan gaat vertellen. Jezus vertelde veel verhalen in de drie jaar dat Hij actief aan het werk was.

Jezus vertelt drie verhalen. Het kan zijn dat je ze bekend voorkomen, maar ik ga ze kort vertellen. Het eerste verhaal dat Jezus vertelt gaat over een verloren schaap. Een mens loopt door de woestijn met 100 schapen en verliest er 1. Een mens loopt door de woestijn staat er. Wat ik al heel opvallend vind, want het was dus geen herder. Wat het dan was maakt dus blijkbaar niet uit, want Jezus gaat er verder niet op in. Uiteindelijk vindt de mens zijn schaap terug en zegt iets als dit tegen zijn vrienden:

‘Wees blij want ik heb mijn schaap gevonden die verdwaald was’.

Waarop Jezus de groep inkijkt en zegt: ‘zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben’. Lucas 15:7 NBV.

Jezus gaat verder met zijn betoog en haalt er een tweede verhaal bij. Deze is iets minder bekend en is ook in drie regels beschreven. Een vrouw had tien penningen en verloor er één. Een penning heeft de waarde van een dagloon. Ze maakte haar huis schoon en vond de penning. Ze roept haar vrienden en vriendinnen erbij en zegt: ‘Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren was’ Lucas 15:9 HSV. Waarop Jezus weer de groep in kijkt en zegt: ‘Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert’ Lucas 15:10 HSV.

Als je in de kerk bent opgegroeid of je bent vaak naar Christelijke conferenties geweest dan zal het derde verhaal je zeker bekend voorkomen. Dit verhaal gaat over de verloren zoon, wat ook wel de gevonden zoon of de wachtende vader genoemd wordt. Dit verhaal gaat over een rijke man, hij had twee zonen en de jongste zoon wilt zijn erfdeel ontvangen. Terwijl zijn vader nog leeft. Dat is eigenlijk een steek in de rug, want je zegt er eigenlijk mee dat je vader dood voor je is en je niks meer geeft om je vader of wat dan ook. De vader geeft zijn zoon zijn erfdeel en de zoon vertrekt. Hij verbrast al zijn geld en is na verloop van tijd alles kwijt. Dit komt doordat hij zijn vermogen kwijt raakte aan een losbandig leven. Uiteindelijk kwam er een hongersnood en vond de verloren zoon zich terug tussen de varkens, waarin hij verlangend kijkt naar de peulen die ze te vreten krijgen. Wat voor de joden een ongelooflijke schande is, want varkens zijn onreine dieren.

De zoon komt tot inkeer, maar wel weer uit puur eigen belang. Hij zegt dat hij beter een bediende kan zijn voor zijn vader. Want kijk hoe hij daar ligt onder de modder, smerig, dakloos, met een lege maag. Hij wilt gewoon naar huis. Naar die fijne, rustige, schone plek. Waar een overvloed aan eten is. Jezus spreekt er niet over in het verhaal hoeveel de zoon zijn vader mist. Mist hij überhaupt zijn vader of houdt hij wel van zijn vader? Hij gaat naar huis, waarschijnlijk met lood in zijn schoenen en zijn ziel onder zijn arm. Waar hij volledig tegen de verhoudingen in wordt opgewacht door zijn liefhebbende vader. De Herziene Staten Vertaling beschrijft hoe de vader zich voelt en zijn gedrag van het moment dat hij zijn zoon ziet als volgt: ‘Toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem’ Lucas 15:20 HSV.

Die vader ontvangt zijn zoon volledig tegen de verhoudingen in. Geen verwijt of onderliggend wrok. Direct blijdschap en vergeving. De vader viert meteen feest en herstelt de positie van zijn zoon. De zoon hoeft geen excuses aan te bieden, schuld te belijden, vergeving te vragen of het goed te maken om met een schone lei te verdienen. Dit kan heel on-Bijbels of onkerkelijk voorkomen waarin je vergeving moet vragen en schuldbelijdenis moet afleggen. Wat vroeger ook heel vaak gebeurde. Zal nu nog steeds wel, maar ik zie het niet meer en hoor ook niet echt dat er voor de hele kerk een vernederende schuldbelijdenis afgelegd moet worden als er bijvoorbeeld een ongehuwd meisje zwanger is geraakt. Wat natuurlijk voor een hele vernederende en onveilige situatie zou zorgen.

Maar wat kunnen we nou leren van deze drie verhalen? De verhalen gaan over verloren zijn en gevonden worden. Laten we eerst nog even kijken naar de context van deze verhalen. Tegenwoordig wordt er bij deze verhalen vaak gepredikt dat het gaat om niet gelovigen die tot geloof komen. Maar de in de tijd dat Jezus de verhalen vertelde was dat niet de vraag. Iedereen geloofde namelijk in God.

Het gaat er in deze verhalen om dat de mensen ervan overtuigd waren dat ze zelf goed genoeg waren om bij God te komen, dat ze Hem niet nodig hadden en dat ze door hun best te doen de balans wel de goede kant op konden laten gaan. Dat door zich te houden aan de wet of goede daden te doen ze wel gered zouden worden. Een beetje het karma principe. Wat natuurlijk complete onzin is. Want het kan goed gaan met slechte mensen en goede mensen kunnen vroeg overlijden aan een verschrikkelijke ziekte. Dus er zitten heel veel cruces in. Zeker in de benadering die mensen er tegenwoordig gemakshalve aan geven. Wie goed doet, goed ontmoet. Als ik aan het eind van de dag een balans opmaak van mijn goede en slechte dingen die ik gedaan heb en het overwicht is in de goede dingen dan komt het allemaal wel goed. Maar zo zit het niet.

Jezus past het principe van ‘verloren zijn’ en ‘gevonden worden’ toe op mensen die er diep van doordrongen zijn dat ze niet goed genoeg zijn. Dat ze het zelf niet kunnen. Dat ze de weg kwijt zijn en dat ze emotioneel bankroet zijn. En het bijzondere is dat we driemaal lezen dat er feest gevierd wordt als zulke mensen weer gevonden worden. Mensen hebben het wel eens over dat je een ‘goed christen bent’. Maar dat is een paradox. Want een goed christen is iemand die weet en beseft dat hij geen goed christen is. Dat hij afhankelijk is van de liefde en de leiding van God in zijn leven.

Misschien hebben we in deze verhalen wel de focus gelegd op mensen die niet naar de kerk gaan of niet gelovig zijn. Maar kijk vooral eens bij jezelf. Moet jij zelf een stap terugzetten naar de Vader, zoals die verloren zoon doet? Of moet de Heer zijn 99 andere schapen achter laten om jou te vinden. Of Zijn hele huis overhoop halen om jou te vinden? God zoekt altijd naar je en Hij is dichterbij dan je denkt of soms wel ervaart. Soms vergt het een hele toewijding om uit de schaamte te komen en terug te keren naar God. Soms kan je je verstoppen voor God, maar weet dat waar je je ook verstopt God je sowieso zal vinden. Adam en Eva verstopten zich uit schaamte voor God, maar God vond ze. Jona verstopte zich voor God uit puur tegendraads zijn en ging volledig de andere kant op dan God met hem van plan was, maar God vond Jona en leidde hem terug op het pad wat God met hem voor ogen had.

Verleg de focus naar jezelf. Want ook al voel je je verloren, ben je verdwaald in het leven, verstop je je voor God, lig je onder het stof, of leef je een onrein leven waarin je al je vermogen en je zijn verkwanseld. Weet dat God je wilt vinden en dat Hij niet ver weg is. Hij ziet je van ver aankomen en rent naar je toe met innerlijke ontferming. Engelen vieren feest als jij terug bent. Er zal blijdschap zijn in de hemel als jij je bekeerd.

Volg me op Social Media

Be First to Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoi mijn naam is Tim Wildeman en mij kan je bereiken via: timwildeman@hotmail.com 0612563692