Press "Enter" to skip to content

Barmhartige Samaritaan

Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan is voor veel mensen hun favoriete verhaal uit de bijbel. Het is een verhaal wat je veel gehoord zou kunnen hebben als je op een christelijke basisschool hebt gezeten of als je vroeger bij de kerk naar kinderclubs, kliederkerk, schatgravers of hoe het dan heette in jouw kerk bent geweest. De boodschap die veel mensen uit dit verhaal meenemen is dat je er moet zijn voor je vijanden. Ik geloof dat het verhaal veel meer perspectief en invalshoeken heeft en ook al ken je dit verhaal heel goed, ik zou je toch willen aanbevelen te blijven luisteren. Want ik wil het verhaal van de Barmhartige Samaritaan vertellen vanuit invalshoeken die je nog niet eerder gehoord hebt.

Allereerst wat context.

Het verhaal staat in Lucas 10:25-37. Er komt een wetsgeleerde bij Jezus en hij vraagt wat hij moet doen om toegang te krijgen tot het eeuwige leven. Jezus heeft het idee dat de man zelf het antwoord wel weet dus Jezus kaatst de bal terug en vraagt wat er in de wet geschreven staat. Nou de man weet het inderdaad, want hij geeft het goede antwoord. Om toegang te krijgen tot het eeuwige leven moet je je aan twee regels houden en dat zijn ‘Heb de HEER, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met al uw verstand, en uw naaste als uzelf’. Dat eerste begreep de wetsgeleerde nog, maar het tweede niet ‘uw naaste als uzelf’. Hij weet heel goed dat dat in Leviticus 19:18b staat dat hij zijn naaste lief moet hebben als zichzelf, maar wie is dan zijn naaste? Dus dat vraagt de wetsgeleerde dus ook aan Jezus ‘wie is mijn naaste?’.

Dan begint Jezus een verhaal te vertellen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Er is een man die reisde van Jeruzalem, naar Jericho. Dat zal dus hoogstwaarschijnlijk een Joodse man zijn. Die Joodse meneer wordt overvallen door struikrovers. Ze trokken hem zijn kleren af, mishandelden hem en lieten hem voor dood achter. Er staat dat ze alleen zijn kleren afnemen, maar zoveel meer hadden mensen toen der tijd niet bij zich. Niet een rugzak met spullen, zoals een slaapzak, want het was een achturige voettocht. Dus veel zal hij niet bij zich hebben. Ze namen dus alles wat hij bij zich had van hem af. Ze lieten hem voor dood achter, naakt en verwond. Een grotere schande kan je je bijna niet voorstellen. Kun je je dat gevoel voorstellen? Dat je ergens op de grond ligt? Machteloos, alles doet je zeer. Je hebt wonden, blauwe plekken, een dik oog. En je hebt niemand om je heen, om je te troosten, je te helpen. Je schaamt je kapot.

Gelukkig kwamen er mensen langs, minder gelukkig was dat de eerste twee mensen die langskwamen niets deden. Er kwam een priester voorbij, iemand die gekozen heeft om voor God in de tempel te werken. Maar de priester liep voorbij en deed niets. Waarom deed de priester niet? Dat zou je kunnen invullen, maar dat doe ik nu niet. Hij liep voorbij en deed niets. Dan komt er nog een man voorbij en dit keer was het een Leviet. Iemand die niet alleen gekozen heeft om te leven voor God, maar het was zijn roeping. Hij was namelijk geboren om te leven voor God en God te dienen in de tempel. De Leviet kwam voorbij en deed niets. Hij liep gewoon door. Twee belangrijke mensen, mensen die de wetten en gebruiken uit de bijbel en de Joodse traditie kennen. Weten dat ze er moeten zijn voor hun naasten. Maar ze doen niets. Sterker nog ze doen niet alleen niets, ze maken ook nog een bewuste keuze om niets te doen.

De Joods man, het slachtoffer in dit verhaal, kijkt omhoog en hoort een ezel komen met een man erop. Hij knijpt zijn ogen fijn en kijkt. Hij ziet dat het een Samaritaan was. Shit denkt de Jood. Die gaat mij echt niet helpen. De Israëlieten hadden namelijk bonje met de Samaritanen. Vergelijk het met nu. Israëlieten en Palestijnen staan er nu ook niet om te springen om elkaar tot dienst te zijn. Tegen alle verwachtingen in doet de Samaritaan wat hij als mens behoort te doen. Hij goot olie en wijn over wonden heen en verbind de wonden. Hij zette de man op zijn ezel en bracht hem naar een veilige plek, een plek waar hij verder geholpen kon worden en kon uitrusten. Daar betaalde de man twee denarie voor, maar de rest betaalde hij wanneer hij terug kwam. Een denarie staat gelijk aan een dagloon en in een wereld waar ze leefden met de dag en niet zoiets deden als sparen of investeren, was het een hele opgave. Mensen die bijvoorbeeld student zijn geweest zouden dit zich misschien moeilijk kunnen voorstellen. Dat het een week voor payday is of voordat de stufi binnenkomt en je hebt bijna geen geld meer, maar dat je meer dan 100 euro onbaatzuchtig weggeeft om iemand te helpen. Dan ben je net als de Barmhartige Samaritaan.

Laat me de drie invalshoeken met je bespreken. Dit doe ik kort. Allereerst het perspectief van het slachtoffer. Het slachtoffer was een gelovig man die werd aangevallen, bestolen en voor dood werd achter gelaten. In heel veel kerken worden dingen gepredikt als ‘als je in Jezus gelooft en gaat leven voor Hem dan is er geen dood meer in je leven, geen pijn en geen verdriet’. Wat vaak onder luid gejuich wordt aanvaard. Maar als je dus Christen bent, dan overlijden er nog steeds mensen. Dan kan je nog steeds pijn hebben en verdriet. Het leven wordt niet per se makkelijker als je christen bent. Je creëert een moreel kompas met overtuigingen en hebt een Rots, met hoofdletter R, om op te bouwen en iemand die je troost en altijd met je is.

Als je dan naar het tweede invalshoek kijkt, dan zien we de priester en de Leviet. Die hebben dus zo’n goed gevuld moreel kompas, ja toch? Maar waarom hielpen ze dan niet? Ja goede vraag. Weet je wat het grote verschil is tussen de priester en de Leviet en de Samaritaan. De priester en de Leviet maakten bewust een keuze om niet te helpen en de Samaritaan dacht er niet eens over na. Dat is dus hoe het zou moeten zijn als je beleid een gelovige te zijn. Ik geloof dat het je doel is als christen om elke dag een stukje meer op Jezus te lijken. Dat je doet wat het beste is voor je medemens, waarbij je God eert en liefhebt met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en al je kracht. Net als het voor een topsporter hard werken en veel trainen is, is dat voor een christen ook zo, als je belijdt een gelovige te zijn. Dan let je op je “geestelijke” voeding, dan word je niet zomaar bekwaam christen. Dan word je onbewust bekwaam. Voordat je in de gaten hebt dat je morele kompas aan het rinkelen is, ben je al de voeten van je naasten aan het wassen of de wonden van een slachtoffer aan het verbinden.

Dan het derde en laatste invalshoek. Misschien zit jij wel bij een kerk. Ben je opgegroeid als christen, maar ga je niet meer naar de kerk. Dan voel je je als het slachtoffer en zie je de priesters en de Levieten van jouw kerk voorbij lopen. Terwijl jij aan de rand van de weg ligt. Met pijn, verdriet, naakt en eenzaam, met niemand om je heen. Niemand die zich om jou bekommerd. Het kan zijn dat jij je zo voelt. Je zou graag willen dat er iemand naar je toekomt, naar je luistert en je wonden verbindt. Ik heb daar twee dingen op te zeggen. Het is niet makkelijk om iedereen te horen en te zien in de kerk. Het is in sommige kerken erg makkelijk om van de radar te verdwijnen en aan de rand van de weg te liggen. Daarom zou ik je willen vragen om, als je daar toe in staat bent, zelf initiatief te nemen. Trek daarom aan de bel, want ook al lijkt het zo dat er niemand naar je kijkt, niemand naar je omziet en niemand naar je luistert. Er zijn mensen in de kerk die je wonden willen verzorgen, voor wie je verhaal er toe doet. Mocht je in de kerk zitten waar ik werkzaam ben, dan zou ik je zeker willen vragen contact op te nemen. Dan kunnen we samen op pad.

Volg me op Social Media

Be First to Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoi mijn naam is Tim Wildeman en mij kan je bereiken via: timwildeman@hotmail.com 0612563692